Minkema methode

 

Bij deze methode gaat de ervaringsdeskundige vragen beantwoorden en niet, zoals bij de reguliere voorlichtingen, uit zichzelf het levensverhaal over de criminaliteit uit zijn/haar leven vertellen.

 

De  leerlingen in de klas worden  in 3 groepen verdeeld. Elke groep bedenkt een aantal vragen over een bepaalde periode: te weten de periode voor, tijdens en na detentie.  Vanuit elke groep worden 2 of 3 leerlingen aangewezen die de bedachte vragen aan de gastspreker stellen. Bij het antwoord moeten de leerlingen doorvragen over het gegeven antwoord om zo meer informatie te verkrijgen over de betreffende fase..

 De gesprekken duren 10 tot 15 minuten per subgroep. Als de eerste drie vragenrondes zijn geweest is er voor leerlingen de mogelijkheid om vragen ter verduidelijking te stellen.

De eindopdracht voor de leerlingen kan bijvoorbeeld zijn:

• wat zijn volgens jou de reden voor het crimineel gedrag van de gastspreker geweest.
• Welke theorie uit het boek kun je hieraan koppelen? Geef hierbij voorbeelden die uit het verhaal naar voren komen.

Leerdoelen:

A            - Het verkrijgen van kennis van / over criminaliteit uit de praktijk

B            - Leren vragen stellen in moeilijke (spannende) omstandigheden (een echte ex-gedetineerde aan wie men persoonlijke vragen gaat stellen)

- Vooraf bedenken wat goede  vragen zijn om een juist en eerlijk/zinnig antwoord te krijgen

- Het scheiden van informatie en sensatie

- Doorvragen op gegeven antwoorden van de ex-gedetineerde

C            -  Antwoorden terugkoppelen naar theorie en verbintenis zoeken (hoe bedoel je?)

- Gezamenlijk tot een antwoord komen waarom de ex-gedetineerde het verkeerde pad is opgegaan.

D            Reflectie:

- hoe groot is de kans dat ik (soms) crimineel bezig ben?             

- Waarom doe ik dat dan? (denk aan: rol vrienden, opvoeding, cultuur, etc.)